Van Noodrem naar Vluchtheuvel

In het begin van de burn-out kwam ik vaak voor onverwachte situaties te staan. Regelmatig plande ik dingen die ik in een normale situatie prima aankon.

Ik sprak af om iets te gaan doen (bij iemand een klus doen ofzo) en dan bleek dat mijn lijf dat helemaal niet zag zitten. Of dan plande ik bijvoorbeeld om met vrienden naar een concert te gaan, maar bij binnenkomst, viel dat dan enorm tegen. Met veel buikpijn, paniek en stress zat ik dan zo’n avond uit. Want ik dacht: “kom op Marco”, hier moet je gewoon doorheen. Jij kunt dit!!

Dat waren momenten waarop, vaak pijnlijk, duidelijk werd dat wat ik wilde en wat ik kon, nog steeds ver uit elkaar lagen. Op dat soort momenten voelde ik mijn burn-out in volle omvang.

 

Eigen ervaring:

Ik zat in de trein van Nijmegen naar Molenhoek (5 minuten) en ik voelde dit is niet goed ik wil hier weg. Ik raakte in paniek en toen we er waren had ik het zweet op mijn hoofd staan. Het idee dat ik niet weg kon uit deze kleine ruimte, beangstigde mij het meest.

Ik heb toen bedacht: ik wil altijd kunnen ontsnappen aan de situatie. Kan me niet schelen wat de omgeving denkt. Als het moet ga ik weg.

Ik ben ook een paar keer weggelopen: bij een film, lunchen afgebroken, familiebezoek. Dan voelde het als te veel, dat alle alarmbellen afgingen.

Deze gebeurtenissen maakten ook een ander probleem duidelijk. Namelijk dat ik in zo’n geval vooral bezig was met wat anderen ervan zouden vinden.

Gedachten als:

  • hoe komt dit over
  • wat zullen ze wel niet zeggen
  • jammer voor hen dat dit zo gaat
  • wat zullen ze over mij zeggen

Maakten zich dan meester van mij. Een gevoel van me vooral schuldig voelen naar de anderen toe was dan het eindresultaat.

Dit gevoel kostte mij enorm veel energie. Dagen na zo’n ervaring was ik er nog mee bezig. Dit please gedrag moest ik stoppen.

Ik moest iets gaan veranderen en meer aan mezelf gaan denken.

Hoe dat is gegaan beschrijf ik hier onder.

 

SAMEN

Omdat ik dit please gedrag de voorgaande jaren had ontwikkeld, vond ik het best spannend en ook een beetje eng om dat te stoppen. Dit please gedrag was ook een soort van veiligheid. Ik was in de veronderstelling dat wanneer ik vooral aan anderen dacht, ik dan leuker, aardiger, vriendelijker gevonden zou worden.

Samen met mijn gezin en mijn psycholoog zijn we hiermee aan de slag gegaan.

 

Als eerste ben ik in mijn omgeving gaan kijken naar mensen die dit heel goed konden. In mijn omgeving waren er mensen die hier goed in waren. Uitspraken als: dit is niet mijn taak, ik kies voor mezelf, ik kom hier later op terug, als jij dat nou eens doet, kun jij voor mij, ik zit nu laag in mijn energie, wat heb jij nodig…enz. Daarmee konden zij heel duidelijk hun grenzen aangeven en kwamen zij voor zichzelf op.

 

Ik wilde dat ook leren en ben gaan oefenen. Daarvoor moest ik bij mezelf wel een baken verzetten. Ik vond nl. dat sommige mensen wel heel goed voor zichzelf zorgden. Soms ten koste van anderen. Waardoor ook e.e.a. bij die anderen kwam te liggen. Dus ik moest wel een drempeltje over.

Ik moest dus de confrontatie aangaan met mezelf. Dat vond ik spannend en ik wist ook niet zo goed hoe ik dat moest doen. Ik ben toen een noodrem gaan bedenken. Een uitweg voor het moment waarop het echt niet meer ging. Dat was in het begin: opstaan en gaan. Een redelijk duidelijke (abrupte) actie.

 

In het begin vond ik het lastig om te gebruiken en regelmatig durfde ik het gewoon niet. Maar door het toch een aantal keren gewoon te doen (bij mensen die ik vertrouwde), werd het gebruik ervan wat makkelijker.

Dan zat ik in een restaurant en dacht na een uur “ik moet hier weg”. Op dat moment zei ik: jongens ik vind het heel vervelend, maar ik trek dit nu niet. Ik ga naar huis.

Of dan gingen we naar een optreden en bij aanvang voelde ik al: dit wordt niks. Ook dan zei jongens: sorry maar ik ben nog niet zo ver. En dan ging ik.

Eigenlijk ontvluchtte ik dan de situatie. Maar ik kwam wel voor mezelf op.

 

VERANDEREN

In het begin vond ik dat een prima noodrem. Ik merkte dat ik dit mechanisme van grenzen aangeven nog helemaal niet zo goed beheerste. Dus dan was dit de manier om de grens aan te geven. Het voelde goed om hem te gebruiken.

Op een bijzondere manier koos ik voor mezelf. De opluchting die dat gaf was echt nieuw voor mij. Ik deed iets wat ik al lang niet meer had gedaan: ik vond mezelf belangrijk.

 

Als bijkomstigheid was het dat veel mensen in mijn omgeving dat accepteerden. Zij gaven aan het niet helemaal te snappen, maar als ik het nodig had, dan kon ik dat gewoon doen. Het was geen probleem.

Door deze opstelling, kon ik ook nog meer gaan experimenteren met wat wel en niet kon.

 

Wat ik na een tijdje bemerkte, dat was dat de noodrem eigenlijk het laatste redmiddel was. Ik had de situatie zo ver laten komen dat enkel opstaan en gaan nog mogelijk was.

 

Dus na een tijdje ben ik gaan bedenken hoe ik een escalatieladder zou kunnen maken, met interventies. Zodat ik eerder de situatie kon keren.

Om dat te doen moest ik van tevoren gaan nadenken welke interventie bij welke actie nodig was. Ik overdacht van tevoren de situatie en probeerde vluchtheuvels in te bouwen. Momenten of situaties waarin ik mij even kon terugtrekken om op te laden.

 

Bijvoorbeeld:

  • als we dan ergens op de koffie gingen, dan zei ik na een tijdje: ik ga even wandelen, maar ik kom zo terug. Ik kocht dan tijd om te herstellen.
  • als we bezoek kregen, dan zei ik na een half uurtje: fijn dat jullie er waren maar ik zit laag in mijn energie dus trek me terug.
  • op mijn werk vroeg ik om tussenuren, zodat ik kon opladen.
  • dat ik bepaalde besprekingen niet of via teams mocht volgen.

Op deze manier groeide ik langzaam naar een wat stabieler en meer passende interventies die ik kon plegen. Dat gaf mij rust en vertrouwen.

 

Ik heb hieronder een pdf bestand toegevoegd, dat je misschien kunt gebruiken voor je eigen escalatieladder.

https://www.burnoutkompas.nl/wp-content/uploads/2022/02/ESCALTIELADDER.pdf 

GROEIEN

Deze escalatieladder maken ging niet in een keer goed. Ik ben daar lang mee bezig geweest en soms nog steeds.

Maar door er mee bezig te zijn en ook te delen met mijn omgeving werd ik er steeds beter in. Ik nam hem regelmatig op in mijn dagplanner en beschreef hem ook in mijn werkboek (schrift). Zodat ik er bewust mee aan de slag ging.

Ik groeide eigenlijk naar een volwassenere verhouding met mijn omgeving. Waarbij mijn grenzen beter bewaakt worden.

 

VERTROUWEN

De dingen die ik wilde en kon, kreeg ik steeds beter in beeld. Vooral het van tevoren bedenken waar de escape zat, bracht erg veel rust. Ik voelde me minder overvallen en had het gevoel dat ik de situatie steeds beter in de greep kreeg.

Ik kreeg steeds meer vertrouwen dat het goed zou komen.

 

Positief

Door de noodrem koos ik op een bijzondere manier voor mezelf. Ik merkte: het gaat niet. Ik stond op en ging. Is het vluchten? Misschien wel, maar wat maakt het uit. Ik zag dit als een succesmoment. Vroeger bleef ik plichtsgetrouw zitten. Nu maakte ik een andere keuze.

In de loop van de tijd heb ik meerdere vluchtheuvels bedacht, waardoor ik er veel beter bij kwam te zitten.  Ik voelde aan mijn lijf dat het niet goed was en handelde ernaar. Dat is 100% winst t.o.v. voor de burn-out.

 

Tips:

  1. Bedenk een escape die voor jou werkt. In elke situatie (maak zelf zo’n escalatieladder)
  2. Zorg dat deze escape er is en maak er gebruik van als je dat voelt
  3. Realiseer je dat dit nodig is om je veiliger te voelen
  4. Denk aan jezelf en voel je niet schuldig naar de omgeving Jij hebt de burn-out
  5. Dit is aardig zijn voor jezelf.

Houd moet het komt goed!!

Als je deze way out gaat gebruiken ga je ook vooraf bedenken waar die zit. Ik vond het erg rustgevend dat ik van tevoren wist, waar mijn escape zat en daar in geval van nood naar kon handelen.

Dit bedenken van de escape is ook nuttig, later in het herstel. Zeker als je weer naar je werk gaat (heb ik een stuk over geschreven) is die noodzakelijk.

Dus mijn advies aan jou: bekijk waar jouw escape zit en zet hem in wanneer jij dat nodig hebt. Eventueel deel je dat mede aan jouw omgeving, zodat zij daar rekening mee kunnen houden.

Zorg dat die uitweg er is. Niks is zo erg dan gevangen zitten in angst en paniek terwijl je uit de situatie wilt.

Het gaat niet om schoonheid of wat sociaal hoort, maar in deze fase moet je kunnen ingrijpen. Dat voelt in het begin raar en vreemd, maar je leert dat je in een situatie zit waar je niet in wilt zitten. 

Een volgende keer let je beter op.