Voor mijn burn out was ik vaak onderweg. Ik ging: met de auto boodschappen doen, met de trein naar een cursus, met de fiets op pad, de kinderen naar het sporten brengen, noem maar op. In het begin van mijn burn out merkte ik dat dit bijna niet meer ging. Ik was zo moe dat ik de prikkels van het verkeer en de onrust niet aan kon.
Uiteindelijk ben ik hier overheen gekomen en ben ik nu weer vaker onderweg.
Hieronder beschrijf ik hoe dat is gegaan.
(Eigen ervaring)
Autorijden, was nooit een probleem voor mij. Naar Berlijn of Nimes, ik draaide mijn hand er niet voor om. Nu kon ik dat niet meer. Ik werd fysiek niet goed als ik niet precies de weg wist. Ik raakte in paniek door alle andere weggebruikers en de onrust om mij heen. Ik kreeg ook allerlei rare ideeën zoals: Wat moet ik doen als de auto ermee stopt? Of we krijgen een ongeluk? Weet ik de weg wel? enz. Terwijl dat eerder nooit een probleem was. Allemaal signalen dat ik er nog niet aan toe was.
Ook de kleinere autoritten waren ineens ingewikkeld. Even een kwartiertje met de auto weg, dat was echt reden voor paniek. Het maakte ook niet uit of ik alleen was of met anderen. Ik bleef te veel prikkels ervaren.
Het Openbaar Vervoer bleek geen vervanger van de auto. Ook in het OV had ik enorm veel prikkels waar ik mee moest dealen en ook dat was nu te veel. Wat misschien nog het ergste was: ik kon niet weg! Dus letterlijk gevangen in de trein.
(Samen)
Er kwamen toen veel dingen tot stilstand. Het boodschappen doen met de auto, de kids naar het sporten brengen, de familiebezoeken, de verjaardagen van anderen, mijn vrienden in Limburg bezoeken, noem maar op. Het was dus ook voor mijn omgeving een lastige situatie.
Het feit dat meer mensen last hadden van mijn probleem, bleek meteen het begin van de oplossing. Kennelijk moesten ook de mensen in mijn omgeving (gezin, familie, vrienden, werk) aanpassingen doen om de situatie zo te veranderen dat dit over zou gaan.
En dat gebeurde.
(Veranderen)
Het moest dus anders. Want zoals voorheen dat kon niet meer, maar zoals het nu ging, dat kan ook niet. We zijn gaan nadenken wat er anders kon. Dat bleek best veel te zijn.
De kinderen konden zelf naar de sport fietsen, de familie en vrienden konden ook naar ons komen, Teams en Zoom bleken mooie alternatieven voor vergaderingen en cursussen, een appje is soms ook genoeg, je kunt iemand boodschappen laten doen. Noem maar op. Er bleken ontzettend veel oplossingen te zijn.
Steeds maar weer (samen) nadenken, bespreken, uitvoeren en terugkoppelen. Samen met de betrokkenen. Eerlijk en open zijn vanuit de behoeften van iedereen!!
De veranderingen waren best simpel en achteraf soms zeer logisch.
(Groeien)
We gingen elke zondag een heel klein stukje autorijden. In de provincie, afgebakend en vaak met een bezoekje aan een klein dorpje. Zo kon ik weer wennen aan het autorijden en begon ik te groeien. Langzaam werd dat steeds meer.
Ik nam altijd eten en drinken mee. Een flesje Cola en wat koekjes. Ik had dan energie bij me voor als ik mij niet goed voelde. Dat gaf mij rust. Ook vond ik het prettig om rustige muziek te draaien en om met niet te veel mensen in de auto te zitten. Vaak met z’n tweeen, dat was voldoende.
Mijn rijgedrag ben ik ook gaan afstemmen op de situatie. In het begin vond ik de autosnelweg nog lastig. Maar rustig achter een vrachtwagen rijden en de cruise control aan, dat kon prima. Langzaam zijn we dat verder gaan uitbouwen. Langere stukken, lastigere stukken, met meer personen enz. Met onderweg bewuste rustpunten zoals een tankstation of een cafe.
Op deze manier ben ik ook het OV weer in gegaan. Voldoende eten en drinken meenemen, rustige muziek op mijn oortjes en iemand meenemen ter ondersteuning. Ook hier rustig opbouwen.
Naar mijn werk ben ik gaan fietsen. Dat deed ik eerst met de e-bike, maar later met de gewone fiets. Ik vond het fijn om buiten te zijn en om de omgeving te ervaren. Ik fietste alleen en op momenten dat het rustig was (buiten de spits om). Zonder oortjes in en steeds meer bewust van de omgeving. Een mooie zonsopgang, een boom in de herfst, vogels horen fluiten, kunnen mijn dag echt goed maken.
(Vertrouwen)
Het vertrouwen kwam langzaam weer terug. Met kleine stapjes merkte ik dat ik steeds meer aan kon. Met de aanpassingen die we gedaan hadden en het rekening houden met elkaar, zijn we gelukkig niet teruggezakt in het oude gedrag.
Het centrum van Amsterdam, de binnenstad van Luik, en de rondweg bij Aken kan ik nu zonder veel moeite weer nemen. Daar ben ik eigenlijk best trots op.
Wat is er positief?
Doordat ik niet kon autorijden, ging ik het gebruik ervan anders zien. Ik vroeg me vaker af of het echt noodzakelijk was om de auto te gebruiken.
Ik kon daardoor mijn eigen behoeften steeds beter zien. Mijn grenzen beter aangeven.
Tips:
Houd moet het komt goed.
Het niet kunnen deelnemen aan het verkeer is behoorlijk vervelend voor jou maar zeker voor jouw omgeving. Ik denk dat het goed is om samen dit probleem aan te pakken en in alle openheid hiernaar te kijken.
Je zult merken dat deelnemen aan het verkeer en OV, uiteindelijk weer terugkomt. Zeker op het moment dat je meer energie hebt.
Dus houd moed