Aardig zijn zonder te pleasen

“Als je levenslust / vreugde afhangt van anderen, dan ben je aan hen overgeleverd. De controle ligt dan bij de ander. Is dat wat je wilt?”

Mijn ervaring

In de jaren voorafgaand aan mijn burn-out was ik mij gaan gedragen als een aardige man. Een toffe peer. Vriendelijk naar iedereen en altijd bereid om anderen te helpen. Iemand waar je op kunt bouwen en die voor iedereen klaar stond. Die er altijd was, die nooit te beroerd was om te helpen en waar je altijd terecht kon. Die meedacht met jouw problemen en ze soms zelfs voor jou oploste. Helemaal gratis en voor niets.

Dit mechanisme van aardig zijn had ik zo ver ontwikkeld, dat ik mijzelf daarmee identificeerde. Ik vond het helemaal bij mij passen om een aardig persoon te zijn. Sterker nog, ik vond het wel krachtig en het voelde ook wel goed, om aardig te zijn. Het idee dat anderen mij nodig hadden was iets dat ik prettig vond. Ik had op een gegeven moment, niet eens meer in de gaten dat ik hier mee bezig was.

In eerste instantie leek daar niet zo veel mis mee. Gewoon aardig zijn, dat was prima en soms ook krachtig. Maar in mijn geval ging het veel te ver. Bij elke mogelijkheid om aardig te doen, was ik betrokken.

Dus bij elk/ elke:

  • verjaardag (ook van mensen die verder van mij afstonden),
  • verdeling van taken en lessen (ook al kreeg ik de zware klassen)
  • familiedag (ook van mensen die ik niet zo zag zitten)
  • klus van anderen (er bestaan klusbedrijven, huur ze in)
  • ruzie tussen collega’s (die mij eigenlijk niks aan ging)
  • afspraak, (die mij slecht uit kwam)
  • denkbaar probleem (van anderen)

daar voelde ik mij verantwoordelijk voor. Om het probleem mee op te lossen en anders de ander de ruimte te geven om mij in te zetten. Gewoon uit aardigheid.

Dit gedrag zorgde ervoor dat ik mij in allerlei bochten begon te wringen om het anderen naar de zin te maken. Het gevoel aardig gevonden te worden en nodig te zijn, vond ik prettig. Ten koste van mezelf voegde ik mij naar de wensen en de verwachtingen van anderen.

Mijn psycholoog beschreef mij als een pleaser. Iemand die leefde van de goedkeuring van anderen, ten koste van zichzelf. In eerste instantie begreep ik het niet zo goed. Aardig zijn is toch goed, dacht ik. Wat is daar erg aan? Het duurde even voordat ik snapte wat zij bedoelde. 

Zij liet mij dit schema zien:

Een weergave waarin duidelijk werd dat mijn aandacht (blauwe pijltje), vooral ging naar de belangen van anderen. Mijn eigen belangen kregen nauwelijks aandacht. Maar dat begreep ik op dat moment nog niet zo goed.

Dit moest stoppen want het was ongezond, niet volwassen en niet vol te houden. Het kostte bakken vol energie en leverde helemaal niks op. Wilde ik gezond uit mijn burn-out komen, dan moest ik hier mee aan de slag. Met mijn psycholoog ben ik gaan kijken hoe we het pijltje wat meer naar links krijgen. Dat bleek lastiger dan gedacht.

Hoe dat gegaan is, beschrijf ik hier onder.

Samen

“Jij bent niet verantwoordelijk voor het geluk van anderen. Dat zijn zij zelf”. Een zin die mijn psycholoog regelmatig herhaalde, en die trefzeker het probleem schetste.

Ik was me verantwoordelijk gaan voelen voor het geluk van anderen.

Ik was een pleaser geworden.

Om een aantal redenen voelde dit niet goed.

  • Als eerste voelde het als een afwijzing van mijn huidige gedrag. Ik voelde dat ik aardigheid als onderdeel zag van wie ik was. Iemand waarbij iedereen altijd terecht kon en die altijd beschikbaar was. Iemand die altijd aardig is en voor andermans problemen in te zetten. Dat werd nu ter discussie gesteld. Dat voelde als een afwijzing.
  • Als tweede had ik (soms) het gevoel dat ik gebruikt werd. Mijn omgeving was er aan gewend geraakt, dat ik altijd naar hen zou bewegen. Men verwachtte het zelfs. Die vanzelfsprekendheid voelde alsof ik in dienst was van hen.
  • Als derde begon ik te twijfelen aan mijn aardig zijn. Ik begon me af te vragen of al dit aardige gedrag echt was wie ik wilde zijn, of dat ik probeerde te voldoen aan de verwachtingen van anderen.
  • Als laatste merkte ik dat mijn gedrag niet wederkerigheid was. Mijn omgeving voelde niet de behoefte om mijn aardig zijn te beantwoorden zoals ik dat verwachtte. Het feit dat ik aardig was en me in allerlei bochten begon te wringen voor de ander, leverde niet het gelijke gedrag bij de ander op. Dat vond ik soms best lastig. Ik stelde me de vraag: waarom doe jij niet voor mij, wat ik voor jou doe?

Een ingewikkelde puzzel, die best wat vragen en gedachten bij mij opriepen. Door hier over na te denken begon ik langzaam de contouren van het probleem te zien.

Op advies van mijn psycholoog ben ik gestart met het verzamelen van mensen om mij heen die mij hierin konden begeleiden. Natuurlijk mijn psycholoog, maar ook mijn vrouw, mijn (puber) kinderen, mijn schoonvader en een goede collega.

Met hen ben ik een soort van awareness groep gestart, om mijn please gedrag te gaan herkennen. De leden van deze groep waren:

  • Kritisch, ze durfden zondermeer lastige vragen te stellen
  • Onafhankelijk, zij konden, los van hun relatie met mij de situatie overzien
  • Slim, ze snapten wat er aan de hand was
  • Vertrouwd, ik durfde mij kwetsbaar op te stellen
  • Eerlijk, zonder eigenbelang konden zij de waarheid vertellen
  • Spiegelend, in staat om mij een spiegel voor te houden
  • In verschillende situaties (thuis/werk/familie)

Ik voelde me kwetsbaar en veilig te gelijk bij deze mensen. Dat was de reden dat ik hen had gevraagd mij bij te staan.

Gevraagd en vooral ongevraagd gaven ze mij advies. Regelmatig vroegen ze aan mij:

  • Of ik dat appje stuurde uit interesse,
  • Of ik het telefoongesprek startte uit belangstelling
  • Of ik op bezoek ging vanuit mijn behoefte of vanuit het gevoel hen te moeten behagen
  • Of mensen ook uit zichzelf mailen
  • Of mensen naar mij toe bewegen op het moment dat ik niet reageer

Als een soort ARENDSOOG (mijn jeugd) keken zij  naar mijn gedrag.  

Soms pijnlijk, soms helpend, maar altijd met de beste bedoelingen hielden ze een spiegel voor. Zij probeerden me mijn please gedrag te laten zien. Dat was in eerste instantie voor mij niet altijd zichtbaar, omdat ik aardig zijn, bleef verwarren met pleasen. Maar door dat vaak te spiegelen kreeg ik steeds meer door hoe de vork in de steel zat.

Na een tijdje besefte ik, dat ik pleasen eigenlijk:

  • de hele dag
  • bij diverse mensen
  • in verschillende situaties
  • en vooral onbewust

aan het doen was.

Met name het gemak waarmee ik dat deed, was voor mijn awareness groep vreemd. Alsof de ander met de vingers knipte en ik meteen paraat stond. Het was alsof ik de regie een beetje kwijt was geworden.

Daarnaast begon ik te begrijpen dat er onderscheid is tussen pleasen en aardig zijn.

Ik heb dat hieronder weergegeven in een tekening. Aardig zijn als basis met (te) veel please gedrag er in.

Ik heb in de tekening verschillende vormen voor please gedrag opgenomen. Om aan te geven dat het pleasen per situatie, per persoon en per intensiteit verschilden. Bij sommige mensen vertoonde ik meer please gedrag dan bij anderen. Bij sommige mensen had ik er minder moeite mee dan bij andere mensen enz. Dus pleasen kwam in verschillende vormen voor.

Om grip op de situatie te krijgen ben ik het pleasen gaan bestuderen. Ik heb een paar boeken en artikelen gelezen. Ik wilde n.l. kennis hebben van deze materie. Als ik het namelijk snapte, dan kon ik het beter doorzien. Ook kon ik beter afstemmen met wat mijn awareness groep bedoelde.

Op vragen als:

  • Wat is pleasen eigenlijk?
  • Hoe ontstaat het?
  • Waarom doen mensen dat?
  • Wat zijn de gevolgen?
  • Is het erg?
  • Wat zijn mogelijke strategieën om dat te verminderen?
  • Is pleasen ook positief?

Probeerde ik een antwoord te krijgen.

Ik ging starten met mijn dagelijkse bezigheden te koppelen aan de theorie. Zo wilde ik bewust worden van dit gedrag. Ik wilde het gaan herkennen en de eventuele vragen die dit opriep, kunnen beantwoorden.

Dagelijks, na het avondeten, beschreef ik op mijn burn-out kamer het please gedrag van die dag.

Ik had daar twee schema’s voor gemaakt. Eentje voor het gedrag en de andere voor mijn gedachten. (Ik heb ze hieronder in een link zitten, download ze gerust)

 

Schema 1 Gedrag

In dit schema beschreef ik wat ik deed. Voor iemand iets kopiëren op school, vragen naar hoe het met iemand gaat, meteen reageren op een mail, mijn lokaal afstaan, kopje thee halen, verhalen van anderen aanhoren, iemand appen die jarig was, enz..

Daarna beschreef ik wat er pleasend was aan het gedrag en wat ik er anders aan zou kunnen doen. Zgn. alternatief gedrag. Ik gebruikte daar de kennis uit de theorie voor en ik overlegde met de awareness groep.

Vaak kwamen we op een uitkomst uit waar ik in eerste instantie niet aan had gedacht, maar die beter paste, voor iedereen.

Schema 2 Gedachten

In dit schema beschreef ik wat ik dacht bij de actie. Anderen een goed gevoel geven, zorgzaam zijn voor de ander, betrokkenheid tonen, onmisbaar zijn, enz. Daarna beschreef ik wat er niet goed was aan de gedachten en wat ik anders zou kunnen denken. Zgn. alternatieve gedachten.

Ook hier gebruikte ik de kennis uit de theorie en de awareness groep voor. De tijd die ik mezelf gunde om de gedachten te bestuderen, leverde naast rust, ook de ruimte op om objectiever naar de gedachten te kijken.

Ook hier kwam ik vaak op andere gedachten dan waarmee ik er in eerste instantie in ging. Mijn gedachten kon ik zo bijstellen, dat ik ze van een andere kant ging zien, zonder mezelf weg te cijferen.

Bijvangst

Met enige regelmaat ontdekte ik dat mijn zorgzaamheid een heel andere kern had dan ik in eerste instantie dacht. Begrippen als:

  • onzekerheid,
  • laag zelfbeeld,
  • gezien willen worden,
  • op zoek naar aandacht,
  • erbij willen horen enz…

lagen vaker ten grondslag aan mijn gedrag dan de zorg naar de ander toe.

Ik vond dat bijvangst. Kennelijk zat de oplossing niet alleen in het herkennen en omdenken van mijn gedrag en gedachten. Maar ook aan het versterken van mijn zelfbeeld.

Hoe beter ik over mezelf zou gaan denken, des te minder zou ik gevoelig zijn voor please gedrag. Ik heb dit onderwerp beschreven in het volgende hoofdstuk.

Om echt te veranderen moest er nog een omslag komen. Ik moest gaan leren om niet alleen achteraf te bedenken wat er anders had gemoeten. Nee, ik moest ook pro actief (naar voren toe) het pleasen niet meer gebruiken. Dus gaan proberen om op voorhand het pleasen te leren zien en dat te stoppen.

Veranderen

Om deze omslag te maken, ben ik ook gaan uitzoeken waar ik dit gedrag ontwikkeld heb.

Ik stuitte daarbij op onderdelen van mijn opvoeding die dat wellicht in de hand hebben gewerkt. Ik ben opgegroeid in een traditioneel, Limburgs gezin. Waarbij  confrontaties altijd uit de weg werden gegaan. Conflicten en onenigheden, werden vermeden en zeker niet uitgesproken. Bij ons lieten we dit altijd maar een beetje door sudderen.

We begonnen er dan:

– omheen te praten,

– het weg te relativeren,

– te denken: we zien wel

– de tijd doet zijn werk enz.

Mijn vrouw kon daar, van begin af aan, slecht mee omgaan. Afkomstig uit een gezin met duidelijke afspraken en een duidelijke manier van communiceren, verbaasde zij zich er over hoe dat bij ons ging. Zij was gewend om de grenzen aan te geven, waarbij dat soms botste en schuurde. Maar dat ging niet te koste van de relatie.

Een Limburgse opvoeding kent vaak een hoge contextcultuur. D.w.z. dat we nooit duidelijke afspraken maken, of duidelijk stelling nemen. Maar dat uit de context verwachtingen en afspraken gefilterd moesten worden. Vooral de combinatie met het vermijden van conflicten zorgde voor een onduidelijke en warrige manier van conflictmanagement.

Daardoor had ik een krampachtige relatie tot het bewaken van mijn grenzen ontwikkeld. Ik koos altijd voor het vermijden van conflicten en het behouden van de relatie ook al botste die met mijn eigen belangen. Die maakte ik dan ondergeschikt.

Mijn psycholoog legde uit dat hier een belangrijk probleem zat, gerelateerd aan mijn burn-out. Ik moest in de toekomst proberen om op een volwassen manier om te gaan met conflicten. Waarbij ik ook mijn grenzen kon aangeven zonder de weg van de minste weerstand te kiezen.

Met deze opdracht in mijn hoofd heb ik, 5 onderwerpen bedacht die ik anders wilde in de toekomst.

Dat waren:

  • Duidelijkheid scheppen voor mezelf.

Wat wil IK. Wat is mijn belang, wat wil ik diep van binnen, wat is voor mij nu belangrijk, wat is voor mij het handigste om te doen ongeacht de situatie enz.

Regelmatig overlegde ik met de awareness groep over wat de beste optie was in een bepaalde situatie. Omdat zij met een afstand naar de situatie konden kijken, hadden zij een objectievere blik op de situatie.

Bijna altijd kwam er een oplossing uit waar ik in eerste instantie niet bij stil had gestaan. Dit leidde vaak tot situaties waarbij ik van anderen verwachtte om water bij de wijn te doen. Hier werd soms vreemd tegen aan gekeken omdat ik degene was die dat tot nu toe deed. Maar door dit toch te verlangen, begon de ander vaak te bewegen.

Meestal kwamen we op een punt uit waarbij alle partijen uiteindelijk tevreden waren.

  • Duidelijkheid verlangen van anderen.

Wat wil de ander van mij? Welke afspraken maken we, zo concreet mogelijk. Klip en klaar vragen wat de ander van mij wil. Wat precies, hoe laat, waarom..enz.

Ook hier schakelde ik regelmatig de hulp in van de awareness groep. Omdat ik ook hier gewend was de wensen van anderen zonder meer op te volgen. De awareness groep kon mijn belangen en die van de ander objectief wegen. Zodat ik een betere keuze kon maken. Daarvoor moest ik wel precies duidelijk hebben wat de vraag van de ander was.

Ik vroeg vaak of ik even mocht nadenken over een vraag en er later op terug kon komen. Zodat ik kon overzien wat de vraag was en ik een wel overwogen keuze kon maken. Ook vroeg ik om verduidelijking. Wat wil je precies, waarom, wanneer en hoe zit dat.

Kortom, ik ging nadenken over wat de ander wilde en of ik daar uberhaupt aan mee wilde werken. In feite zette ik een stapje terug om mijn belangen af te wegen tegenover de vraag die gesteld werd.

Ook hier bleek vaak de beginsituatie anders dan de einduitkomst. Alleen maar door even na te denken.

  • Assertief zijn

In het begin vond ik dat best lastig. Ik verwarde assertief met agressief. En dus ook met aardig en onaardig. In het begin koos ik er nog vaak voor om toch ja te zeggen of mezelf weg te cijferen. Dus ik moest leren om voor mezelf op te komen.

Naast de hulp van de awareness groep heb ik deze vaardigheid afgekeken bij collega’s die hier heel goed in waren. Zij zeiden op vragen vaak gewoon: Nee!!!

Ook kregen zij veel voor elkaar door hun eigen belangen alleen al te benoemen of te bevragen.

Vragen als:

– is dit wel mijn taak?

– heb ik daar wel uren voor?

– hoort dat op mijn bordje?

– past dit bij mijn cirkel van invloed?

– enz.

Zorgden ervoor dat de ander aan het denken werd gezet.

Ook opmerkingen als:

  • ik werk niet op die dag dus ik lees mijn mail dan niet,
  • ik wens iedereen een fijn weekend,
  • appen doe ik alleen prive

gebruikten zij om hun belangen te verdedigen. Dat werkte bijzonder effectief. Vriendelijk maar wel duidelijk benoemden zij hun eigen belangen. Dat was kennelijk genoeg.

Ook konden zij anderen in de taak zetten. Opmerkingen als: kun jij mij op de hoogte houden, ik wacht even tot jij iets gedaan hebt, laat je me weten wanneer je dit of dat gedaan hebt, gebruikten zij om anderen iets te laten doen. Best assertief maar wel duidelijk.

De afgelopen maanden ben ik dat bewust gaan opzoeken. Ik hoorde mij zeggen:

  • dat weet ik ook niet,
  • misschien moet je iemand anders vragen,
  • is mij nooit opgevallen,
  • vanuit zijn kant gezien heeft hij gelijk,
  • kun jij even bellen,
  • ik zie jullie morgen,
  • ik verlaat deze app groep voor de rust,
  • laat ze maar even mailen,
  • ik geef dan les,
  • ben ik niet aan toe gekomen,
  • ik kijk volgende week wel als ik tijd heb, enz..enz..

Dat werkte verbluffend goed. Heel simpele bewoordingen om aan te geven dat ik dit nu niet ga doen.

Eigenlijk de beginstapjes van assertief gedrag, die ik steeds beter in de vingers begon te krijgen alleen al door te oefenen.

  • Autonomie van anderen accepteren

Dat was eigenlijk niets anders dan de problemen van anderen bij hen laten. Accepteren dat hun problemen van hun waren en niet van mij. Het was de bedoeling dat mijn rol als probleemoplosser verschoof naar waar het probleem hoorde nl. bij de probleemeigenaar.

In het begin wist ik niet zo goed hoe ik dat kon doen. Ik ben daarvoor gaan kijken hoe anderen dat deden en ben hun gedrag gaan kopieren.

  • Ik ben begonnen met de stilte techniek. Een door mijzelf bedachte term waarbij ik niet meteen reageerde. Dus op het moment dat iemand mij mailde/ appte of een berichtje stuurde, dan reageerde ik niet meteen. Maar ik wachtte even. Een dag of paar dagen voordat ik reageerde. Bijna altijd was de vraag of het probleem al weggevloeid nog voordat ik gereageerd had.
  • Dan de techniek van het niets doen. Een techniek die veel mensen doen. Nl. ze doen niets. Dus als iemand in de problemen zit, dan hoorde ik het aan. Maar ik deed er verder niets mee. In bijna alle gevallen verdween het probleem, voor mij.
  • De techniek van het vriendelijk terugduwen. Als mensen met problemen kwamen, dan duwde ik ze terug. Dan zei ik: dit kun jij zelf oplossen, gaat jou lukken, ik kan hier ook niets mee, is niet van mij…enz. Dus gewoon van me af duwen.
  • Ergens op terugkomen. Als ik iets had beloofd wat toch niet werkte, dan kwam ik terug op een belofte. Zoiets als: sorry ik zou je helpen, maar helaas lukt mij dat niet. Of die inlogcode zou ik voor je regelen, maar loop zelf even naar de ict. Noem maar op. Dus een belofte breken om mezelf te beschermen.
  • Initiatief bij de ander laten. Als iemand een probleem had, dan ging ik niet meer van te voren het probleem naar me toe halen. Maar dan zei ik: ik hoor wel als ik iets kan doen, kun jij hier zelf verder mee, wat heb jij nodig om hier uit te komen, als je het probleem in stukjes hakt kun je het in stukjes oplossen. Maar het initiatief liet ik bij hen, net als de vervolg stappen om het probleem op te lossen.
  • Stoppen met het opzoeken van mensen. Ik had de neiging om bewust mensen op te zoeken. Vooral bij mensen die nieuw waren en die ik beter wilde leren kennen deed ik moeite om wat vaker te appen, een mailtje te sturen of aandacht te geven. Bijna altijd was dat niet wederkerig. Kennelijk vonden zij mijn aandacht leuk en okee, maar niet meer dan dat. Ik ben daarmee gestopt.

Het bijzondere was dat sommige mensen mij gingen omzeilen. Het voelde alsof de relatie anders was geworden. Opeens was ik niet meer interessant genoeg? Of niet meer nuttig? In ieder geval werd ik niet meer als bakje gebruikt waarin iedereen zijn problemen kon leggen.

In een keer gingen zij hun problemen:

– zelf oplossen

– op hun beloop laten

– bij anderen neerleggen

– laten verdwijnen

– geen idee wat ze ermee deden

– enz…

Kortom, mijn omgeving begon te veranderen. Zij gingen mij niet meer lastig vallen met hun problemen. Hun problemen verdwenen (voor mij in ieder geval).

De mensen die overbleven, hadden meer ruggengraad en konden het woord NEE verdragen, zonder dat de relatie er onder leed.

Deze manier van reageren ben ik steeds meer gaan oefenen en het werkte echt.

  • Positiever beeld van mezelf ontwikkelen

Op advies van mijn psycholoog en uit de bijvangst, ben ik aan de slag gegaan met het veranderen van mijn lage zelfbeeld. Ik ben daarvoor met name gaan werken aan het leren zien van positieve onderwerpen in mijn leven.

Met de gedachte: alles wat je aandacht geeft groeit, ben ik mijn positieve eigenschappen meer aandacht gaan geven. Dit door het schrijven van een Wit Boek

In het volgende hoofdstuk sta ik daar uitgebreid bij stil staan.  

De veranderingen die ik hierboven beschrijf, zijn op dit moment nog steeds aan de gang. Soms schiet ik er naast en loop ik weer te pleasen. Gelukkig ziet mijn omgeving (en ikzelf ook) steeds sneller dat ik dit aan het doen ben en kan ik dat rechttrekken.

In principe ziet de ontwikkeling er als volgt uit:

Waarbij:

  • het herkennen van het please gedrag is
  • het inzicht van het stomme gedrag is.
  • het aanpassen van het gedrag zodat pleasen, aardig zijn wordt

Misschien herken je jezelf in dit verhaal, of kun je zelf beoordelen waar je zit op de lijn. Ik hoop dat je ziet dat er, waar je ook zit, er altijd een weg naar boven is.

Groeien

Door deze veranderingen ben ik aan het groeien en zit ik behoorlijk op punt 3 van de grafiek. Ik ben nog steeds een aardige man, maar met een meer volwassen manier van omgaan met de belangen van mezelf en anderen.

Ik denk dat het pleasen een heel stuk minder is geworden. Met namen het bewust herkennen van het please gedrag en daar iets anders voor in de plaats zetten heeft mij veranderd.

Mijn situatie ziet er meer als volgt uitziet:

Ik ben nog steeds erg aardig. Die eigenschap past bij mij. Maar ik ben veel minder aan het pleasen. En meer aan mezelf en minder aan mijn omgeving aan het denken.

Ook ben ik me steeds meer bewust van waar mijn aandacht naartoe moet gaan. Ik groei meer naar mezelf en minder naar de ander toe.

Ook dit schema heb ik kunnen aanpassen ten gunste van mezelf.

Dit groeien leidt ertoe dat ik mezelf nu verder aan het ontwikkelen ben. Ik ben bezig om:

  • Eerder/ pro actief het please gedrag te gaan herkennen.
  • Meer in balans komen met mezelf
  • Nee te zeggen en dat zo te laten
  • Soms ook bewust Ja te zeggen maar dan bewust
  • Relaties en omgeving veel beter af te stemmen op mijn behoeften
  • Terug naar de kern contacten te komen.
  • De kracht van aardig zijn te blijven gebruiken.

Een weg die best een tijdje gaat duren, maar die me dichter bij mezelf brengt. Dichter bij de man die ik wil zijn/ die ik ben.

Afscheid nemen van wie ik was.

Een ander verschijnsel waar ik tegen aan liep, dat was dat ik tijd over begon te krijgen.

Ik heb toen gekozen voor:

  • Het verdiepen van mijn kern contacten. Waarbij ik vaker met hen afsprak, meer met hen ging doen, me meer interesseerde voor hen, wat vaker dingen met hen ging doen (lunchen, film, enz). Ook zocht ik oude contacten weer op. Een goede vriend van vroeger, kwam zomaar ineens weer in beeld. Puur toeval?
  • Het verdiepen van mijn eigen ontwikkeling. Ik ben boeken gaan lezen, gitaar gaan spelen, gaan hardlopen, deze website aan het bouwen. Vooral boeddhistische boeken spreken mij aan vanwege het leven in NU (zal ik uitleggen in het volgende hoofdstuk)
  • Het meer oog krijgen voor mezelf en dichter bij mezelf te blijven. Me meer te richten op wie ik ben en wat ik wil. Dicht bij mijn basis blijven.

De kwaliteit van mijn contacten en mijn eigen ontwikkeling begon een vlucht te nemen. Ik begon afscheid te nemen van mijn oude gedrag en ontwikkelde mij steeds meer naar een betere versie van mezelf.

Ik voel dat dit het goede pad is. Voor mijn gevoel zit hier ook de sleutel naar vertrouwen.

Vertrouwen

Het loslaten van het please gedrag was vreemd. Alsof ik een deel van mezelf moest loslaten. Toch heb ik het gedaan en het voelde meteen als een bevrijding. Alsof er een zware last van mijn schouders viel.

Het inslijten en volhouden ben ik nu aan het oefenen. Soms gaat dat heel goed en soms nog niet helemaal. Dat is niet erg, want de leercurve gaat omhoog en ik word er dus steeds beter in.

Onlangs bedacht ik mij, dat het gevoel van bevrijding, leek op een wit blad. Een helemaal leeg blad waarop ik een tekening kon maken. Een nieuwe invulling van mijzelf, zou je kunnen zeggen.

Omdat het goed voelt en ook verlichtend, is het een pad waarop ik graag verder ga. Ik heb 100% vertrouwen dat ik deze kant op wil.

Daar ben ik vast van overtuigd.

AFRONDEND VERHAAL

Zoals je hebt kunnen lezen heb ik een mooie “reis” gemaakt. En eigenlijk is de reis nog steeds bezig.

Gedurende deze periode heb ik een boekje gelezen uit het Boeddhisme. Getiteld: Het temmen van de Os.

Het verhaal gaat over een boer die zijn op hol geslagen os probeert te temmen. De boer, dat was ikzelf en de os dat was mijn gedrag.

Het verhaal kent tien  hoofdstukken. De eerste hoofdstukken gaan over bewust wordingen en gaan herkennen van het gedrag. Daarna gaat het boek over het temmen van het gedrag om te eindigen met het beheersen van het gedrag en terug te keren naar je zelf.

Nu ik aan het einde van dit verhaal ben gekomen, kan ik zeggen dat ik best een weg heb afgelegd. Met trots kijk ik terug op mijn ontwikkeling en ik heb zin in de toekomst.

Ik hoop dat mijn verhaal jou helpt met het zetten van stappen in de juiste richting.